Singer-songwriter Anne Nederhoed (21) reist met haar persoonlijke, eerlijke, pop-folk liedjes heel het land door, van café tot foodtruckfestival. Tijd voor een kennismaking met dit stralende talent, die er klaar voor is om iedereen te raken met haar stem.
In je eerste song Home zing je ‘Home is where the heart is,’ wanneer merkte je voor het eerst dat muziek bij jou thuishoort?
“Daar kwam ik eigenlijk een paar jaar geleden pas achter. Ik zing al zolang ik het me kan herinneren maar pas om mijn zestiende begon ik met liedjes schrijven en op mijn achttiende had ik mijn eerste optreden. Op het moment dat ik toen het podium afstapte, wist ik dat ik nooit meer wilde stoppen met muziek maken. De kick die je krijgt als het publiek naar je liedjes luistert en de reacties die je dan kan aflezen van hun gezichten zijn zo verslavend. Toch koos ik niet voor een opleiding in de muziek, omdat ik een ‘veilige’ keuze wilde maken. Nu zit in het laatste jaar van Culturele en Maatschappelijke Vorming in Rotterdam, daar heb ik geen spijt van.”
Wanneer was je eerste optreden en hoe was dat?
“In november 2014 in een café in Breda tijdens een singer-songwriter avond. Ik mocht twintig minuten spelen maar heb uiteindelijk veertig minuten op het podium gestaan. De tijd vliegt voorbij als je aan het optreden bent en dat had ik toen nog niet helemaal door. Er waren veel vrienden en familie komen kijken en die support krijg ik nu nog steeds van ze. Het optreden ging super goed en ik kreeg veel positieve reacties, zoals dat ik mensen geraakt had met mijn liedjes. Ik was eigenlijk heel rustig aangezien ik geen idee had wat ik moest verwachten. Tegenwoordig ben ik zenuwachtiger voor optredens dan toen.”
Hoe ging het na je eerste optreden verder?
“Ik ben veel meer gaan optreden en gaan bouwen aan mijn naamsbekendheid. In het eerste jaar ben ik heel Nederland doorgereisd om maar te kunnen optreden. Dit varieerde van foodtruckfestivals waar ik twee uur achter elkaar mocht spelen tot open podia waar ik maar twee liedjes mocht doen. Dit was af en toe vermoeiend want ik zat soms uren in de trein voor een optreden van een kwartier, maar het was het waard. Uit die optredens zijn namelijk een hoop betaalde optredens gekomen en het heeft me heel veel geleerd.”
Wat heb je hiervan geleerd?
“Om me niet te veel aan te trekken van het publiek en om vooral op mezelf en mijn eigen gevoel te letten. Aan de andere kant kan de energie van het publiek me ook heel erg helpen. Ik heb geleerd om op dat randje te balanceren tussen ‘Het boeit me niet wat jullie van me vinden’ en juist om op het podium om aandacht te vragen, zodat ze naar je kijken en applaudisseren na een nummer.”
Hoe bouwde je aan je naamsbekendheid?
“Ik mailde naar alle open podia die ik kon vinden, vervolgens reisde ik heel het land af om die optredens te kunnen doen. Dat was lastig, soms kreeg ik maar van twee mensen een reactie. Dat kon er voor zorgen dat ik gedemotiveerd raakte, maar daar heb ik mezelf overheen gezet. Uiteindelijk heb ik zo twee jaar lang heel hard gewerkt om naamsbekendheid te krijgen en connecties te hebben binnen het werkveld. Nu begint dat langzaamaan te komen. Programmeurs kunnen me makkelijker vinden omdat ik vaak al een klein optreden in hun zaal of café heb gehad.”
Na hoe lang kreeg je betaalde optredens?
“Na zo’n anderhalf jaar. Ik kreeg vijfenzeventig euro voor een optreden op een terras tijdens Koningsdag in Arnhem. Verder zijn optredens op grotere evenementen ook vaak betaald, maar ik speel ook nog weleens gratis als ik het een leuk optreden vind om te doen. Ik doe het niet voor het geld, maar het is wel een leuk extraatje.”
Hoe ga je tegenwoordig om met zenuwen voor optredens?
“Zonder zenuwen presteer ik niet. Als ik niet zenuwachtig ben voor een optreden dan weet ik dat ik het ga verpesten omdat het me dus niet genoeg interesseert wat de mensen dan van me vinden. Dan ga je op de automatische piloot je kunstje doen. Ik ben eigenlijk altijd heel blij als ik de zenuwen door mijn lijf voel gaan omdat ik dan weet dat ik iets goeds neer ga zetten.”
Waar heb je tot nu toe opgetreden?
“Ik heb in bijna elk café dat iets met muziek doet in Breda opgetreden en verder overal in het land van Groningen tot Maastricht, Utrecht tot Rotterdam. Wat ik het leukste vind om te doen zijn huiskamerconcerten omdat het publiek hierbij onwijs dichtbij zit en elk woordje kan horen dat je zingt. Mijn nummers voelen dan nog persoonlijker dan ze al zijn.”
Je liedjes zijn dus erg persoonlijk. Waardoor laat jij je inspireren?
“Vaak door dingen die ik zelf meemaak, gebroken harten maken de beste nummers. Maar soms raak ik ook geïnspireerd door een zin uit een nummer dat ik hoor of door een verhaal dat iemand me vertelt. Zo had ik een vriendinnetje die door een heftige periode ging tijdens haar pubertijd. Net als ik was zij zo’n puber die in gevecht ging met zichzelf en niet per se met haar omgeving. We hebben het hier heel vaak overgehad en er uren gewhatsappt en gebeld over alle negatieve gedachten die door onze hoofden gingen. Omdat zij jonger is, kon ik haar een beetje helpen met alles wat ze meemaakte, ik was er al doorheen gegaan. Toen heb ik het nummer My Dear geschreven om haar een riem onder het hart te steken en te laten weten dat ik er altijd voor haar ben ook al wonen we zo ver van elkaar af.”
In Ode To The Outcast zing je erover dat we eigenlijk alle soorten en juist unieke mensen moeten accepteren. Heb je zelf ook met onzekerheden geworsteld?
“Ode To The Outcast is geschreven voor Bevrijdingsdag 2017. Ik had nadat ik de wedstrijd won van Play 4 Freedom (een wedstrijd voor bandjes, singer-songwriters en rappers) de opdracht gekregen om een nummer over vrijheid te schrijven. Het nummer gaat erover dat we niet vrij kunnen zijn zolang we andere mensen pesten of onderdrukken op basis van wie ze zijn. Ik zing bijvoorbeeld over kunstenaars, mensen die niet binnen de schoonheidsnorm passen of die een andere huidskleur hebben dan de blanke norm. Het is eigenlijk een ode aan iedereen die weleens buiten de boot valt. Zelf heb ik vroeger erg geworsteld met mezelf, ik was een typische depressieve tiener die alles aan zichzelf haatte. Muziek maken heeft me hieruit getrokken. Doordat ik iets vond waar ik goed in was, nam mijn onzekerheid af. Het zal nooit helemaal weggaan. Ik ben nog steeds onzeker over mijn uiterlijk en of ik wel leuk genoeg ben maar het helpt om voor mezelf de aandacht te verschuiven op iets dat ik wel goed aan mezelf vind: muziek.”
Ben je kritisch op jezelf, hoe uit zich dat?
“Heel kritisch. Ik denk dat ik veel meer nummers had gehad als ik niet zo kritisch was. Wekelijks gooi ik wel tien concepten weg omdat ik het niet goed genoeg vind. Tijdens een optreden kan het gebeuren dat ik gewoon niet lekker in mijn set zit. Dan voel ik hem gewoon niet. De vibe in de ruimte is niet goed of ik zit met mijn hoofd ergens anders en daardoor is mijn optreden niet zo goed als dat ik zou willen. Daar kan ik echt wel even teleurgesteld over zijn na afloop…”
Wat was jouw grootste blooper?
“Ik ben een keer het podium opgegaan met een paar biertjes te veel op. Daardoor kon ik me niet meer concentreren, mijn zang klonk nergens naar en het ergste was nog dat mijn stem de hele tijd oversloeg. Ik riep nog middenin een nummer: ‘Dat was de bedoeling!’ In een poging om mezelf te redden, maar dat maakte het natuurlijk alleen maar erger. Na optredens blijf ik meestal even hangen maar nu was ik heel snel de deur uit.”
Wat is jouw hoogtepunt?
“Het meest indrukwekkende wat ik heb meegemaakt is dat ik mocht spelen op de officiële MH17 herdenking in Nieuwegein. Het nummer Song for Brett heb ik geschreven voor een vriend die in het vliegtuig zat. Het was een eer om het nummer te mogen spelen voor andere nabestaanden. Het nummer heeft precies de mensen bereikt waarvoor het bedoeld was: de nabestaanden. Ik hoop dat het ook anderen de steun biedt die ik er zelf ook uithaal. Naast de herdenking zat het nummer ook in een documentaire die op SBS is uitgezonden genaamd Het dorp dat zes mensen verloor.”
Gouden tip:
“Wees niet bang om zinnen, melodieën en akkoorden aan te passen of te schrappen als je het niet voelt, maar gooi nooit iets weg! Zinnen en refreinen die je nu niet kan gebruiken komen misschien later nog van pas voor een ander nummer. Soms moet een nummer gewoon nog even rijpen. Als je iets hebt geschreven en je bent niet tevreden laat het dan even een paar weken rusten en misschien als je er de volgende keer naar kijkt zie je het probleem en kan je het oplossen en er een topnummer van maken.”
Wat wil je over tien jaar hebben bereikt?
“Dan wil ik internationaal naam hebben gemaakt en over heel de wereld kunnen reizen, in kleine zalen spelen en samen met het publiek mooie intieme avonden creëren. De kleine zaal van Paradiso is echt een droom. Ik heb daar mijn grootste inspiratiebron Lewis Watson ooit zien spelen en sindsdien ben ik verliefd op die zaal. De grote zaal is natuurlijk het einddoel, maar ik droom in stapjes… Ook lijkt het me tof om onverwachte samenwerkingen aan te gaan met Kanye West of Logic bijvoorbeeld. Ik wil graag andere genres ontdekken en experimenteren met verschillende stijlen en instrumenten en vocals op andere manieren gebruiken dan conventioneel is. Het lijkt me gaaf om meer elektronisch te gaan werken, meer de producerende kant op. Maar het lijkt me ook supervet om samen te werken met rappers als Ronnie Flex. Zijn muziek voelt echt. Hij is van ver gekomen en heeft hard moeten werken om serieus genomen te worden, dat inspireert me. ”
Volg Anne vooral ook via haar kanalen: https://www.facebook.com/annemnederhoed/ https://www.youtube.com/user/AnneMNederhoed en www.annenederhoed.com. Vergeet ook niet om hieronder te laten weten wat je van het interview vindt.