Voor deze rubriek interview ik wekelijks jong, aanstormend talent. De 25-jarige Jip Klompenhouwer wilde diep van binnen altijd al verhalen vertellen. Inmiddels is hij scenarioschrijver voor films en droomt hij van een internationale doorbraak.
Wilde je altijd al scenarioschrijver worden?
“Toen ik klein was wilde ik de eigenaar van een dierenpension worden. Ik wilde al wel van jongs af aan verhalen vertellen. Toen begon ik met korte verhaaltjes schrijven, strips tekenen, noem het maar op. Later deed ik het in de vorm van muziek en theater. Sinds mijn zeventiende weet ik zeker dat ik het als scenarioschrijver voor films wil doen. Hierin kan ik het beste en het meeste tot in detail mijn verhaal vertellen.”
Wat vond je als kind zo leuk aan verhalen vertellen?
“Ik was een heel fantasierijk kind en vond het vooral heel leuk om hele werelden te creëren en daar personages bij te bedenken. Vooral in The Lord of the Rings-stijl met monsters, elfen, kerkers, hoge bergen en legendes. Daar verloor ik mezelf in en nam ik anderen in mee.”
Had je op de basis- en middelbare school al van zulke projecten die je graag deed?
“Ik had bij zowel de kerst- als eindmusical op de basisschool een grote rol. In de kerstmusical speelde ik een verhalenverteller en in de eindmusical was ik de hoofdredacteur van een gehackte krantenredactie. Ik was heel actief betrokken bij de manier van het spelen en bewust bezig om als acteur het verhaal uit te dragen. Tijdens de middelbare school hield ik me vooral bezig met theater. Ik speelde de hoofdrol in twee grote theaterstukken: de Drie Musketiers en Koning van Katoren (naar het boek van Jan Terlouw). Acteren vond ik ook heel erg leuk en ging me redelijk goed af. Bij Koning van Katoren heb ik ook meegeholpen met het schrijven aan het theaterstuk voor school. Daarnaast was ik veel bezig met muziek. Ik zat in een metalband en hiphopgroep waarvoor ik ook songteksten schreef. Aan het eind van de middelbare school was ik MC in een dj-duo.”
Waar haalde je je inspiratie voor je songteksten vandaan?
“Het ging altijd over dingen die me bezighielden. Op mijn elfde begon ik met songteksten schrijven als een soort zelftherapie. Ik had een paar zware jaren achter de rug, zo heb ik op jonge leeftijd mijn moeder verloren. Dat was iets waarmee ik niet goed kon omgaan als kind, totdat ik ontdekte dat ik mijn gevoelens ook kon beschrijven door er liedjes, gedichten of verhalen over te schrijven. Toen ik op mijn zestiende in de metalband zat, ging het meer over politiek, de relaties tussen mensen en af en toe een liefdesliedje. Ik haalde mijn inspiratie uit dingen die ik las en zag op het internet of televisie. Daarover had ik een mening en als het me inspireerde dan schreef ik erover.”
Welke opleiding heb je gedaan na de middelbare?
“Ik heb drie maanden Theater-, Film- en Televisiewetenschappen gestudeerd aan de Universiteit Utrecht. Alleen was dat niets voor mij. Ik realiseerde me dat ik niet datgene aan het leren was, wat ik wilde leren, namelijk beter worden in scriptschrijven. Het is zonde is om tijd weg te gooien, terwijl je eigenlijk al weet wat je wilt. Ik had de luxe dat ik dat op hele jonge leeftijd al wist. Toen heb ik heel bewust de keuze gemaakt om daar actief naar te handelen. Als je eenmaal weet wat je wilt, dan geloof ik dat je daar gewoon keihard voor moet gaan vechten en werken om dat te bereiken. Sindsdien heb ik mezelf alles aangeleerd: ik ben een autodidact. Ik kijk heel veel films en lees veel scripts en boeken. En het belangrijkste van allemaal: ik schrijf gewoon! Ik netwerk en op die manier probeer ik om een carrière van de grond te krijgen.”
Hoe ben je uiteindelijk aan werk gekomen?
“Door veel te netwerken! De andere helft van het dj-duo werkte voor Pioneer, via hem kwam ik contact met een filmproducer uit Amersfoort die een scriptschrijver zocht die naar zijn script voor een Engelstalige oorlogsfilm wilde kijken. Toen heb ik mezelf aangeboden en ben ik dat script gaan lezen. Ik heb heel brutaal de eerste scené herschreven omdat ik dacht: dit kan ik veel beter! Toen heb ik het ingestuurd en was die producent zo tevreden erover dat hij zei: ‘Joh, hoe zal je het vinden om vast aan dit script te komen werken?’ En dat heb ik vervolgens in de paar maanden daarna gedaan. Ik heb ook een aantal videoclips geschreven en geregisseerd voor labels en artiesten als Aumffie (hiphopduo uit Amersfoort dat in de Grote Prijs van Nederland ver is gekomen). Ik heb een tijdlang met Indie label de Bakery uit Utrecht gewerkt, dat heel veel samenwerkt met de Herman Brood Academie en eigenlijk onontdekte artiesten vanuit hun eigen omgeving probeert te pushen. Dat bleek achteraf niet helemaal mijn ding te zijn, omdat ik mij met film wilde bezighouden. Bij muziek zit je vast aan de muziek en wat de artiest of het label ermee wilt, maar ik leerde er wel van. Als je steeds meer klussen doet en nieuwe mensen leert kennen, merk je eigenlijk dat je relatief gemakkelijk mensen vindt die samen met jou iets willen doen. Al moet je die social skills wel hebben. Aan de andere kant denk ik ook dat als je bereid bent om ergens voor te gaan en je vindt mensen die dezelfde passie delen dan wordt het communiceren vaak een stuk makkelijker. Dat wil niet zeggen dat je nooit op je bek gaat – ik ben vaak zat op mijn bek gegaan – maar je moet bereid zijn om dat risico te nemen.”
Hoe onderscheid je jezelf van andere scenarioschrijvers?
“Voornamelijk in mijn schrijfstijl. Mijn onderwerpen zijn vaak wat grauwer en menselijker. Ik schrijf veel over menselijke relaties en hoe zij ingrijpende gebeurtenissen verwerken en wat de bepaalde prijs is die ze daarvoor moeten betalen. Of wat voor verandering dat vraagt van hunzelf. En juist omdat ik mijn hele leven al met dat soort onderwerpen bezig ben is dat inmiddels onmiskenbaar met mijn stijl verworven geraakt.”
Kom jij van tevoren met een plan of geven anderen jou een onderwerp?
“Dat wisselt. Het meest voorkomende dat je hebt is dat een productiemaatschappij ergens graag een film over wilt maken, daar schakelen ze vervolgens schrijvers voor in. Alleen is dat wel nog een trap hoger dan waar ik sta; dat zijn vaak schrijvers die het al gemaakt hebben. Voor mij blijven er twee opties over. Alles zelf bedenken, een script schrijven en dat vervolgens proberen te verkopen of in samenwerking met een regisseur of producent. Bij die laatste twee mogelijkheden is het nog maar de vraag of je ervoor betaald krijgt.”
Hoe vind je dat laatste?
“Soms is dat heel frustrerend. Je moet je bewust zijn van het ‘facing the blank page-principe’, namelijk dat je met veel zelfdiscipline aan het werk moet zijn. Uiteindelijk leg je behoorlijk wat van jezelf bloot als je gaat schrijven. En stel je jezelf heel erg kwetsbaar op wanneer filmdeskundigen er een oordeel over vellen. Maar wanneer je zo gepassioneerd bent dan is dat het waard.
Ik ben nog steeds niet op het punt dat scriptschrijven zoveel geld oplevert dat ik niets anders meer hoef te doen. Ik geef voornamelijk les op basisscholen in Amsterdam in sociaal-maatschappelijk en creatieve projecten. Daarnaast sta ik achter de bar in een café in Amersfoort. Verder steek ik al mijn tijd in scriptschrijven. De doorbraak is er nog niet, maar werk ik nu hard naar toe. Het is het vak van de lange adem. Het kan zomaar zo zijn dat het de komende veertig jaar is zoals het is. Maar ik zal wel stom zijn om te zeggen van: ‘goh, ik heb er geen zin meer in’ en veertig jaar van mijn leven slijten aan iets wat ik eigenlijk helemaal niet wil. Ik doe dit de rest van mijn leven. Binnen de filmindustrie heeft iedereen toffe ideeën, dus moet je met zijn allen creatief zijn en je hart volgen om iets neer te zetten waar je uiteindelijk wel geld voor kunt krijgen.”
Wat is tot nu toe het tofste dat je hebt gedaan?
“Het script schrijven voor de kinderfilm Olaf & de Verborgen Poort. Op een van die draaidagen kwam ik langs op de set: een wijk in Helmond, die volledig was omgebouwd naar een set die in het script stond. Ik kon me het moment herinneren dat ik de scène schreef aan de eettafel in mijn appartementje. Als je vervolgens echt door die plek heenloopt dan is dat een bijzondere en bizarre ervaring!”
Wat zijn jouw toekomstplannen?
“Om volledig met de Engelstalige markt bezig te zijn. Dat is tof omdat het een wereld aan mogelijkheden opent. Ik heb net het Engelstalig script Swimming Pool afgemaakt, dat gaat naar investeerders in Washington. Het gaat over een man die de stap moet maken om zijn droom om schrijver te worden te realiseren. Dat script is nu in de fase van proofread. Tot nu toe zijn de reacties heel erg positief en als dat zo blijft krijgen we hopelijk geld krijgen om het te maken. Daarnaast begin ik later dit jaar aan een korte Engelstalige film met dezelfde regisseur als van Swimming Pool: Alexander Colson. Een ander nieuw script gaat over drie verschillende vrouwen die op hun eigen manier omgaan met het verlies van een vrouw. Het is gebaseerd op hoe mijn zusje, tante en oma omgaan met het verlies van mijn moeder. Hopelijk ga ik daarmee in 2018 naar de VS om het daar in de markt te zetten. Ook begin ik komende maandag met een cursus bij Endemol Nederland, omdat zij storyliners zoeken voor GTST.”
Heb je nog een tip voor jongeren die ook scenarioschrijver willen worden?
“Laat je niet van de wijs brengen door je eigen onzekerheid en mensen die zeggen dat je het niet kan. Lees veel scripts, kijk films, maar bovenal blijf schrijven, dag in dag uit! Dwing jezelf niet om minstens acht uur per dag te schrijven, maar vind daarin je eigen ritme. Als je je hart volgt dan geloof ik dat je een gelukkig leven zult leiden. Wanneer dat jou beweegt tot scriptschrijven, ga er dan vooral voor en vertel prachtige verhalen.”
Beeld: Robin van der Ploeg